Betekenis nevenschikkend voegwoord

Een nevenschikkend voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt’ twee hoofdzinnen, bijzinnen (de zinnen zijn gelijkwaardig) of woorden met elkaar. De nevenschikkende voegwoorden kun je uit je hoofd leren. Deze hoofdzinnen worden vaak verbonden door een nevenschikkend voegwoord, zoals en, of, maar en want. Vaak wordt het onderwerp in een of meer van de deelzinnen samengetrokken, zoals in zin 1 en 2: elke persoonsvorm hoort daar bij de jongen, maar dat onderwerp wordt maar één keer genoemd.
Betekenis nevenschikkend voegwoord Na een nevenschikkend voegwoord heeft het vervolg van de zin normaal gesproken een woordvolgorde die bij een hoofdzin hoort. Onderschikkende voegwoorden zijn bijvoorbeeld: dat, voordat, nadat, tot, terwijl, als, toen, omdat, doordat en zodat.
betekenis nevenschikkend voegwoord

Uitleg nevengeschikt voegwoord

Een nevenschikkend voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt’ twee hoofdzinnen, bijzinnen (de zinnen zijn gelijkwaardig) of woorden met elkaar. De nevenschikkende voegwoorden kun je uit je hoofd leren. Nevengeschikte zinnen kunnen een aaneenschakelend, een tegenstellend of een oorzakelijk verband hebben. Bij aaneenschakelend verband past het voegwoord en het best, bij tegenstellend verband of en maar, en bij oorzakelijk verband want. Nevenschikking kan zich ook op woordniveau voordoen: ‘Ik zal koffie en thee halen.’ Onderschikking.
Uitleg nevengeschikt voegwoord Een belangrijk kenmerk van nevenschikkende voegwoorden, is dat de woordvolgorde na het voegwoord niet verandert. Wel kun je inversie krijgen, als na het voegwoord een hoofdzin staat die niet met het onderwerp begint.
uitleg nevengeschikt voegwoord

Voorbeelden nevenschikkende zinsverbanden

Nevenschikkende voegwoorden Een nevenschikkend voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt’ twee hoofdzinnen, bijzinnen (de zinnen zijn gelijkwaardig) of woorden met elkaar. De bijzin begint in die voorbeelden met een betrekkelijk voornaamwoord. Bijzinnen beginnen vaak met een onderschikkend voegwoord, zoals dat, of, waar, omdat, doordat en als. Hieronder staan nog enkele voorbeelden van zinnen die een bijzin bevatten.
    Voorbeelden nevenschikkende zinsverbanden Voorbeelden van onderschikkende voegwoorden zijn dat (zoals in Ik zag dat de trein vertraging had), of (zoals in Ik weet niet of de trein vertraging heeft), terwijl, om, omdat, doordat, zodat, zodra, als, toen, hoewel, tenzij, voor zover.
voorbeelden nevenschikkende zinsverbanden

Wanneer nevenschikkende constructie

synoniem van nevenschikking = coördinatie synoniem van onderschikking = subordinatie. Bij nevenschikking worden woorden, woordgroepen of deelzinnen die grammaticaal een gelijkwaardige functie naast elkaar geplaatst. Deze hoofdzinnen worden vaak verbonden door nevenschikkende voegwoorden als en, of, maar en want. Nevengeschikte zinnen kunnen een aaneenschakelend, een tegenstellend of een oorzakelijk verband hebben. Vaak wordt (zoals ook in zinnen 1 en 2) het onderwerp in een of meer van de deelzinnen samengetrokken.
  • Wanneer nevenschikkende constructie Nevenschikking Omschrijving Bij nevenschikking (of: coördinatie) zijn (syntactisch) gelijkwaardige woorden, woordgroepen of zinnen in een reeks naast elkaar geplaatst en met elkaar verbonden. In de meeste gevallen wordt hierbij gebruikgemaakt van nevenschikkende voegwoorden, bijvoorbeeld en, of en maar. Voorbeelden: (1) Nevenschikking Meer lezen».
  • wanneer nevenschikkende constructie

    Wat is een nevenschikking

    Je kunt een zin met nevenschikking in deelzinnen splitsen, maar fraai is dat meestal niet: ‘De jongen liep de trap op. De jongen ging zijn kamer in. De jongen pakte een boek.’ Nevengeschikte zinnen worden ontleed alsof het aparte zinnen zijn. Nevengeschikte zinnen kunnen een aaneenschakelend, een tegenstellend of een oorzakelijk verband hebben. Ik heb een zus die wat ouder is dan ik maar die ongeveer dezelfde maten heeft. (nevengeschikte bijzinnen) Bij onderschikking wordt een bijzin als zinsdeel of zinsdeelstuk ingebed in een andere zin. De bijzin kan daarbij door een onderschikkend voegwoord ingeleid worden of als eerste zinsdeel een betrekkelijk of vragend voornaamwoord hebben. Wat is een nevenschikking ven·schik·king Verbuigingen: nevenschikkingen (meerv.) een samenvoeging van twee gelijkwaardige zinnen tot een geheel Voorbeeld: '"Ik stond op en ik dronk koffie" is een voorbeeld van een nevenschikking.'. 2 definities.
    wat is een nevenschikking